Op 13 januari 2023 heeft de rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een kwestie waarin de vraag centraal stond of 2 ex-werknemers het relatie- en nevenwerkzaamhedenbeding hadden overtreden.
Volgens de ex-werkgever hebben de ex-werknemers een concurrerende onderneming opgezet in de tijd dat zij werden betaald om werkzaamheden voor de ex-werkgever uit te voeren. Er waren vergunningen voor hun eigen onderneming aangevraagd, verzekeringen afgesloten, een ondernemingsplan geschreven en de nodige documentatie/protocollen opgesteld. De ex-werkgever kon niet anders dan concluderen dat de ex-werknemers hun werktijd bij hun voormalig werkgever hebben besteed aan het oprichten van hun eigen onderneming en dat die was opgericht met gebruikmaking van de opgedane kennis en kunde bij hun ex-werkgever. Daarnaast verweet ex-werkgever de ex werknemers dat zij een klant van de ex-werkgever zouden hebben overgenomen. De ex-werkgever stelde zich dan ook op het standpunt dat de ex-werknemers het relatie- en nevenwerkzaamhedenbeding hadden overtreden. Hoe denkt de rechter daarover?
Overtreding van het nevenwerkzaamhedenbeding?
Volgens de rechter is van belang dat uit het nevenwerkzaamhedenbeding blijkt dat de werknemer tijdens het dienstverband geen zaken mag doen met een (potentiële) opdrachtgever van de ex-werkgever. De kantonrechter stelt voorop dat de ex-werkgever niet gevolgd kan worden in haar redenering dat op basis van haar constateringen het niet anders kan dan dat de ex-werknemers het nevenwerkzaamhedenbeding overtreden zouden hebben, alsof dit een eenvoudige optelsom betreft. De ex-werkgever heeft haar standpunt volgens de rechter onvoldoende onderbouwd. Zo had zij moeten stellen hoe ‘het zaken doen met’ er volgens haar precies heeft uitgezien. Dit heeft de ex-werkgever niet of in ieder geval onvoldoende gedaan. Er is dan ook geen sprake van overtreding van het nevenwerkzaamhedenbeding.
Is het relatiebeding overtreden?
De arbeidsovereenkomsten van de ex-werkgever met de ex-werknemers, waarin het relatiebeding is opgenomen, zijn bij het sluiten aangegaan voor bepaalde tijd. Op grond van de wet (artikel 7:653 lid 1 BW) geldt als uitgangspunt dat een relatiebeding niet mag worden opgenomen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, maar er geldt een uitzondering. Het is namelijk wel toegestaan als uit de bij dat beding opgenomen schriftelijke motivering van de werkgever blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Het is dan nodig dat in het beding zelf gemotiveerd wordt welke bedrijfs- of dienstbelangen het betreft en waarom die zo’n beding vereisen. Zonder motivering is het relatiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd nietig (heeft geen werking). In het relatiebeding waar het in deze zaak om ging ontbrak een dergelijke motivering. Dit leidt tot de conclusie dat het relatiebeding niet rechtsgeldig is overeengekomen.
De ex-werkgever trok dus aan het kortste eind en werd veroordeeld in de proceskosten.
Juridische hulp nodig?
Zoekt u juridische hulp? Neem dan vrijblijvend contact op met Smit & Smit Advocaten voor een adviesgesprek. Ons team van advocaten staan voor u klaar bij het vinden van de juiste oplossing.