Het was gewoon een ‘lolletje’. Met deze woorden verweerde een werkneemster zich tegen het aan haar verleende ontslag op staande voet in de procedure die speelde bij de rechtbank Noord-Holland. Op 25 januari 2021 heeft de werkgever in kwestie een werkneemster op staande voet ontslagen vanwege haar betrokkenheid bij een voorval met een dementerende bewoonster op 31 december 2020.
Uit de verklaringen blijkt dat werkneemster en haar collega een kwetsbare, oudere, demente bewoonster van de zorginstelling bewust bij het incident hebben betrokken door haar een rietje te geven en, toen de bewoonster dat rietje in de mond stak, voor te doen (en aan te moedigen) hoe zij met het rietje in haar neus een ‘lijntje’(poedersuiker) kon snuiven. Dit is onder hard gelach gefilmd door de collega, die de opname vervolgens aan werkneemster heeft verstuurd en deze – nog steeds in aanwezigheid van de bewoonster – heeft getoond aan drie later binnengekomen collega’s.
De kantonrechter is duidelijk in zijn oordeel. Het gegeven ontslag voldoet aan alle wettelijke vereisten: werkgever heeft voortvarend gehandeld en het ontslag is na zorgvuldig onderzoek en het toepassen van hoor en wederhoor op tijd en onder gelijke mededeling van de reden van het ontslag gegeven. Van een goed werkgever wordt verwacht dat zij tijd neemt voor een deugdelijk onderzoek. Dit mede vanwege de belangen van de betrokken werknemers en voordat verstrekkende conclusies worden getrokken.
De kantonrechter is verder van oordeel dat de vastgestelde gedragingen in de specifieke omstandigheden van het geval als een dringende reden voor een ontslag op staande voet kwalificeren. Daarbij is van doorslaggevend belang dat werkneemster en de collega werkzaam zijn met een kwetsbare doelgroep, die volledig afhankelijk is van de zorg van (het personeel van) de zorginstelling. De zorginstelling moet er te allen tijde op kunnen vertrouwen dat haar medewerkers niets doen of nalaten dat een veilige leefomgeving in gevaar kan brengen. De kantonrechter is van oordeel dat werkneemster en de collega in deze kerntaak ernstig tekortgeschoten zijn op 31 december 2020.
Dat werkneemster geen kwade intenties bij het voorval heeft gehad en dat het gewoon een ‘lolletje’ was, vormt geen rechtvaardiging voor haar gedrag. Dat de beeldopname niet verder is verspreid neemt de kantonrechter voor kennisgeving aan.De persoonlijke omstandigheden die werkneemster heeft aangevoerd leiden naar het oordeel van de kantonrechter niet tot een andere conclusie ten aanzien van de rechtsgeldigheid van het ontslag.
Bron: uitspraak ECLI:NL:RBNHO:2021:10069
Contact opnemen
Heeft u nog (meer) vragen over dit of een ander juridisch onderwerp? Neem dan eens vrijblijvend contact met ons op.