In een zaak die leidde tot de uitspraak van 15 september 2021 heeft de rechtbank Rotterdam geoordeeld dat er geen sprake is geweest van (ernstig) verwijtbaar handelen van een kapitein die naakt op het schip recreëert en zich laat masseren aan boord. Ook levert dit geen reden tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van een verstoorde arbeidsrelatie of een combinatie van beide ontslaggronden.
De kwestie
De werkgever in kwestie had de rechtbank gevraagd om de arbeidsovereenkomst met de kapitein op voornoemde ontslaggronden te ontbinden. Het verwijtbaar handelen van de werknemer bestond volgens werkgever erin dat hij zich gedurende lange tijd schuldig heeft gemaakt aan seksuele intimidatie. Werkgever verweet werknemer dat hij als kapitein van het schip en vertegenwoordiger van werkgever naakt aan boord heeft liggen zonnen en zich door ondergeschikten tegen betaling heeft laten masseren.
Werknemer heeft niet ontkend dat hij zich aan deze handelingen schuldig maakt, maar daarover is nooit geklaagd. Ook zou er geen sprake zijn van seksuele handelingen tijdens de massages en de massages hadden geen seksuele lading. De massages dienden volgens werknemer enkel als ontspanningsmogelijkheid.
Uitspraak van de kantonrechter
De kantonrechter is het met de werkgever eens dat het naakt zonnen aan boord van het schip en het zich door bemanningsleden aan boord van het schip laten masseren, ongeacht de vraag of voor die massages een vergoeding betaald wordt, ongewenst gedrag oplevert van een kapitein. Dergelijk gedrag tast niet alleen het gezag van werknemer als kapitein aan, maar dat gedrag past bovendien niet in het huidige tijdsgewricht, mede gezien de Me-Too discussie. Echter omdat werknemer heeft toegezegd te stoppen met de hem verweten gedragingen, werknemer niet eerder op dit gedrag is aangesproken en omdat op geen enkele wijze is gebleken van seksueel overschrijdend gedrag, oordeelt de kantonrechter dat er geen sprake is van verwijtbaar handelen.
Ook een duurzaam en onherstelbaar verstoorde arbeidsrelatie acht de kantonrechter niet aanwezig. De kantonrechter stelt vast dat werkgever geen constructieve en reële pogingen heeft gedaan om te onderzoeken of de verstoorde relatie nog te herstellen is. Onder die omstandigheden is onvoldoende gebleken dat van werkgever niet kan worden gevergd dat zij de arbeidsovereenkomst laat voortduren. De kantonrechter oordeelt verder dat de combinatie van omstandigheden in dit geval ook niet meebrengt dat voortzetting van het dienstverband in redelijkheid niet meer van de werkgever gevergd kan worden. Kortom, de werknemer blijft in dienst.
Contact opnemen?
Heeft u nog (meer) vragen over dit of een ander juridisch onderwerp? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.