In veel arbeidsovereenkomsten (vooral voor onbepaalde tijd) wordt gebruik gemaakt van een concurrentiebeding. Een concurrentiebeding verbiedt de werknemer om na beëindiging van de arbeidsovereenkomst soortgelijke werkzaamheden uit te oefenen bij een andere werkgever, dan wel uit te oefenen als zelfstandig ondernemer. Het gebonden zijn aan een concurrentiebeding met daaraan gekoppeld een boete kan een werknemer ernstig hinderen bij een eventuele overstap naar een andere werkgever. Feitelijk wordt een werknemer hierdoor ontmoedigd om ergens anders aan de slag te gaan. Daar is het concurrentiebeding echter niet voor bedoeld.
Om het (oneigenlijk) gebruik van een concurrentiebeding tegen te gaan, zijn er plannen om de regels over het concurrentiebeding aan te scherpen. Er is een wetsvoorstel opgesteld dat momenteel is aangeboden voor internetconsultatie. Dat geeft burgers, bedrijven en instellingen de mogelijkheid om input op het wetsvoorstel te geven. Daarna zal het wetsvoorstel mogelijk worden aangepast en moet het nog door de Eerste Kamer.
Wetsvoorstel in het kort
- Het concurrentiebeding wordt wettelijk begrensd in duur. De maximumduur bedraagt 12 maanden. Een concurrentiebeding dat een duur kent van langer dan 12 maanden zal nietig (=niet rechtsgeldig) zijn. Ook een beding dat geen duur omschrijft zal nietig zijn;
- Er moet een geografisch bereik worden opgenomen, gespecificeerd en gemotiveerd. Een concurrentiebeding is niet geldig als dat niet gebeurt. Als de motivatie van de geografische reikwijdte onvoldoende is, kan de werknemer zich wenden tot de rechter;
- Net als bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zal ook bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd de noodzaak van een concurrentiebeding moeten worden gemotiveerd. Er zal dus sprake moeten zijn van ‘zwaarwichtige bedrijfs- of dienstbelangen’.
- Als een werkgever een werknemer aan een concurrentiebeding wil houden, zal daarvoor een verplichte vergoeding van 50 procent van het laatstverdiende maandsalaris gelden. De werkgever dient de volledige vergoeding vóór het einde van de arbeidsovereenkomst te betalen;
- de werkgever moet tijdig en schriftelijk beroep doen op het concurrentiebeding. Het beroep is tijdig als het een maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst is gedaan. De werkgever dient aan te geven hoelang hij de werknemer aan het concurrentiebeding houdt. Over deze maanden moet dus de vergoeding worden betaald.
Anderhalf maal modaal
Naast deze voorgestelde wijzigingen is er onlangs een motie aangenomen in de Tweede Kamer voor een extra voorwaarde aan het concurrentiebeding:
- Een concurrentiebeding is niet toegestaan als de werknemer minder dan anderhalf keer modaal verdient (salaris, vakantietoeslag en vaste uitkeringen meegerekend).
Hoewel het nog geen definitieve wetgeving betreft, is het voor werkgevers zaak om de op handen zijnde veranderingen scherp in de gaten te houden en de arbeidsovereenkomsten daarop tijdig aan te passen.
Zoekt u juridische hulp? Neem dan vrijblijvend contact op met Smit & Smit Advocaten voor een adviesgesprek. Ons team van advocaten staan voor u klaar bij het vinden van de juiste oplossing.