Een hobby naast het werk kan een werknemer duur komen te staan!

In de meeste arbeidsovereenkomsten of cao’s staat tegenwoordig een verbod op nevenwerkzaamheden. Dit houdt in dat de werknemer naast zijn huidige werkzaamheden geen andere (on)betaalde werkzaamheden of activiteiten mag verrichten zonder toestemming van de werkgever. In een zaak die onlangs werd berecht door het gerechtshof Den Bosch had de werknemer in zijn vrije tijd een gratis app voor op de mobiele telefoon ontwikkeld. Is dit in strijd met het verbod op nevenwerkzaamheden?

Feiten en omstandigheden

Werknemer is in 2012 in dienst getreden als financieel directeur bij een markt- en reclamebureau.

In de arbeidsovereenkomst is een verbod op nevenwerkzaamheden opgenomen.

In maart 2017 vertelt werknemer dat hij ‘voor de fun’ bezig is met de ontwikkeling van een app. Werkgever schrikt hiervan en stelt werknemer voor de keuze: of hij kiest vol te gaan voor werkgever of hij kiest voor het ondernemerschap. Werknemer kan geen keuze maken en de werkgever heeft om die reden een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend.

De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst met toekenning van de transitievergoeding. De werknemer heeft het verbod van nevenwerkzaamheden overtreden en moet daarom aan werkgever een boete van € 3.000 betalen. Daarnaast oordeelt de kantonrechter dat werknemer in strijd handelt met het non-concurrentiebeding indien hij na het einde van de overeenkomst doorgaat met de ontwikkeling van de app. Kortom, werknemer is zijn baan kwijt én kan niet verder met de ontwikkeling van de app.

Hoger beroep

Werknemer gaat in hoger beroep. Werknemer meent dat hij het verbod op nevenwerkzaamheden niet heeft overtreden. Werkgever houdt zich bezig met fysieke promotieactiviteiten zoals het uitdelen van flyers en samples en niet met online activiteiten. Daarnaast was de app nog niet werkend en slechts voor de ‘fun’.

Het Hof gaat hier niet in mee. Waarom vroeg werknemer dan een patent aan en was hij een verdienmodel aan het uitwerken? Het gaat er bij het verbod niet om of met de app resultaat kon worden behaald. Het bezighouden met, of betrokken zijn bij, is al voldoende voor overtreding van het verbod. Dat de werkgever zich maar voor een klein gedeelte bezig houdt met online activiteiten, maakt dit niet anders. Het non-concurrentiebeding wordt wel verkort van drie naar één jaar.

Conclusie

Overtreding van het verbod op nevenwerkzaamheden kan de werknemer duur komen te staan. Bovenstaande uitspraak laat daarnaast zien dat zowel het verbod op nevenwerkzaamheden als het non-concurrentiebeding een krachtig middel blijft voor werkgevers (Uitspraak Hof ’s-Hertogenbosch 15 maart 2018 (ECLI:NL:GHSHE:2018:1131)).

Afspraak maken Neem vrijblijvend contact op